Broach

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een broach is een term voor het uit het roer lopen onder gennaker of spinnaker. Een broach komt het meest voor op halvewindse tot ruimewindse koersen met stevige wind. Het oploevend vermogen wordt hierbij zo groot dat de boot uit zichzelf naar de wind toe draait. De boot strandt ergens halvewinds waarbij alle zeilen beginnen te klapperen. Desondanks vangen de zeilen nog wind, waardoor de boot halvewinds blijft liggen met flinke helling. De boot raakt alle snelheid kwijt en het roer heeft dus geen effect meer. De enige oplossing is hier vaak het losgooien van de spi/gen-val waardoor de boot weer overeind komt.

Zolang er genoeg ruimte is en er niemand overboord slaat, eindigt een broach in een stabiele situatie en is er in werkelijkheid niet veel meer aan de hand dan wat helling en wat geklapper.


Een broach kan worden voorkomen door het oploevend vermogen te verminderen. Hiertoe kun je in ieder geval het volgende doen:

  • Het grootzeil reven.
  • Meer gewicht aan loef plaatsen.
  • Een diepere koers varen.
  • Kracht uit het grootzeil wegnemen door het vlakker te trekken (onderlijk, voorlijk, achterstag aan).
  • Kracht uit de spi/gen wegnemen door deze vlakker te trekken (tack/halshoek aan of spiboom-neer aan).


Voel je een broach aankomen, dan kun je (snel) het volgende doen:

  • Indien mogelijk het grootzeil verder vieren.
  • De lijschoot van de spi/gen vieren. Eventueel begint de spi/gen te klapperen, maar dit is niet erg. Hierna kun je afvallen zodat de zeilen weer vol vallen.
  • De (grootzeil)neerhouder losgooien om zo de kracht uit het grootzeil weg te nemen.

Loopt de boot uit het roer door helling naar de loefzijde in plaats van naar de lijzijde, dan volgt er doorgaans een Chinese gijp, de grote broer van de broach.