Zeemanschap (motorboek)
Tenslotte wordt nog even ingegaan op het zeemanschap. Naast een realistische uitleg van de vaar- en voorrangsregels (je hebt bijvoorbeeld geen voorrang; voorrang moet je verleend worden, neem het daarom niet, maar kijk of je het krijgt en als het misschien beter uitkomt voor de ander, wijk dan eens af van de regels) verstaat men onder zeemanschap ook een goed vaargedrag in de zin van etiquette. Denk nou niet meteen dat dat ouderwets is, er zitten vaak ongeschreven regels in verstopt die ook voor jezelf het varen en wat zich daar omheen afspeelt prettiger kunnen maken. Daarnaast is het van belang dat je de algemene opinie ten aanzien van de 'platbakschipper' probeert te verbeteren, of in ieder geval niet te verslechteren! Maak in Friesland (en daarbuiten) dan ook niet onnodig aanspraak op de regel dat je een 'groot' schip bent voor de wet, maar probeer je ook eens in te denken hoe jij je zou voelen als 'die grote bakken' jou met je kleine kwetsbare scheepje 'altijd' dwarszitten.
Probeer je daarom dan ook te houden aan de volgende omgangsregels:
- Vaar niet te hard langs havens en langs oevers waar schepen liggen afgemeerd.
- Meer alleen langs anderen als er plaatsgebrek is en vraag altijd even of het goed is dat je langszij komt.
- Als je aanmeert langszij dan geef je altijd de lus van een tros aan het schip naast je, omdat je dan zelf de lengte kunt bepalen en daarnaast de ander niet opzadelt met een eind van jouw tros aan dek.
- Als iemand bij jouw langszij komt, biedt je hem altijd hulp.
- Als je over andere schepen loopt dan doe je dat via het voordek omdat de schipper meestal achter woont en het, zeker 's nachts, niet op prijs zal stellen dat je door zijn 'achtertuin' loopt. Als het niet anders kan, dan alleen in overleg. Loop ook niet over de dekluiken van de ander naar voren, maar door de gangboorden. Zorg er ook voor dat de passagiers zich hier aan houden!
- Stoor anderen zo weinig mogelijk met lawaai (radio's, klapperende vallen, overbodige geluidsseinen, luidruchtige passagiers) want het geluid draagt ver over water. Pas daarom ook op met commentaar op anderen, ze kunnen het snel horen, zeker als jij boven de motor staat te schreeuwen en zij lekker zeilen b.v.
- Neem voordat je in een haven afmeert altijd eerst contact op met de havenmeester en volg zijn aanwijzingen op.
- Volg aanwijzingen van sluis- en brugwachters en van de Rijkspolitie op. Bedank ze altijd even met een groet voor bewezen diensten, ook al hebben ze daar soms niet hun best voor gedaan.
- Wacht bij sluizen en bruggen op je beurt, maar laat je de kaas niet van het brood eten. Soms ben je genoodzaakt het gat van de sluis af te sluiten als er mensen zijn die voordringen willen, het zij zo.
- Hinder wedstrijdschepen alleen als het echt niet anders kan.
- Vaar niet dwars over dobbers en vislijnen als het niet nodig is.
Bovendien moeten we rekening houden met de omgeving in de vorm van de natuur:
- Houd het water schoon en breng afval waar het hoort. Denk hierbij aan olie uit de machinekamer. De wasbakken lozen naar buiten, gooi hier geen chemische troep door. Breng flessen naar de glasbak.
- Spaar oevers en riet, vaar dus niet te hard in ondiepe smalle waters (let op de hekgolf, kijk dus eens achterom) en leg alleen aan op plaatsen waar gelegenheid is geschapen.
- Laat staan wat groeit en bloeit en stoor vogels en andere dieren niet. Zeker niet de zeehonden op de Waddenzee.
Tenslotte nog iets dat de etiquette aangaat in de zin van de vlagvoering. Volgens oud gebruik, dat nog steeds door zeer veel mensen wordt nageleefd en op prijs gesteld, geeft de vlag aan onder welke nationaliteit we varen. Je zult nu wel denken: 'Wat maakt het uit?', maar je moet niet vergeten dat het tegenwoordig in Nederland wemelt van de Duitse buren zodat je best nog wel eens een beetje vaderlandsliefde kan tonen. Hou je daarbij aan de volgende regels:
- De natievlag wordt gevoerd vanaf acht uur 's morgens tot zonsondergang, maar niet later dan tot negen uur 's avonds. Zet hem in de praktijk dus als je uit je kooi komt. Haal de vlag er af als je van boord gaat en zet hem er weer op als je aan boord komt.
- In buitenlandse wateren wordt daarnaast de beleefdheidsvlag (een kleine natievlag van het betreffende land) in het stuurboordswant gevoerd. Dit mag ook als er buitenlandse gasten aan boord zijn.
- In principe mag hiernaast ook nog een 'geus' worden gevoerd op het puntje van de kluiverboom. De geus heeft acht banen in stervorm.
Het mag dan wat oubollig klinken allemaal, maar over het algemeen worden de voorgaande zaken op prijs gesteld door de omgeving. Als je er daarom rekening mee zult houden zal je merken dat je er aan went en ze later ook op prijs gaat stellen. Bedenk je daarbij dat er zeer veel mensen op het water zitten die al veel langer varen dan jij.
1 Inleiding 2 Benamingen 3 Taakverdeling 4 Trossengebruik 5 Fysische Aspecten 6 Manoeuvreren in het algemeen 7 Manoeuvreren 8 Zeemanschap 9 Begrippenlijst |