Loefrechten

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Als je loefrechten hebt, dan mag je loeven tot je in de wind ligt. Dit wordt gebruikt bij wedstrijdzeilen om aan te geven of je een boot die aan loef ligt mag dwingen om ook hoger te gaan varen.

Bij loefrechten horen twee termen nauw samen: vrij voor en vrij achter. De vraag wanneer je nou precies loefrechten hebt is altijd een grote bron van verwarring, maar het is eigenlijk vrij simpel.

Als je niet van vrij achter komt, dan heb je loefrechten. Oftewel: alleen als je van vrij achter komt heb je geen loefrechten.

Er zijn vier situaties denkbaar waarin je je kan afvragen of je wel of geen loefrechten hebt:

  • Je ligt achter je tegenstander, maar je gaat harder. Je haalt hem in en je komt aan lij boord-aan-boord te liggen. Je wilt nu loeven; mag dat? Nee. Je komt van vrij achter en hebt dus geen loefrechten.
  • Je ligt voor je tegenstander, maar hij gaat harder. Hij haalt je in en komt aan loef boord-aan-boord te liggen. Je komt dus niet van vrij achter en hebt dus wel loefrechten. Loeven!
  • Jij en je tegenstander varen beide aan een andere kant van het meer, maar jullie koersen convergeren. Jullie komen opeens boord-aan-boord te liggen. Je komt dus niet van vrij achter en hebt dus wel loefrechten.
  • Je ligt boord-aan-boord en je hebt geen loefrechten. Je gijpt en jullie liggen boord-aan-boord met het zeil over dezelfde boeg. Doordat je gegijpt bent is er een nieuwe situatie ontstaan. In deze situatie kwam je niet van vrij achter en hebt dus wel loefrechten.

Het laatste punt moet nader toegelicht worden. Als je boord-aan-boord voor de wind vaart en je wilt graag loefrechten verkrijgen, dan kan je dus twee keer snel gijpen zodat er een nieuwe situatie ontstaat. Let echter op. Op het moment dat jij gijpt kan je tegenstander ook gijpen en nu heeft hij loefrechten.