Flex
Een flex (ook wel haakse slijper of slijptol genoemd) is een powertool die bij Euros veel wordt gebruikt. Het woord Flex is afkomstig van het gelijknamige Duitse gereedschapsmerk, maar bij Euros (en ook daarbuiten) wordt het vaak gebruikt voor haakse slijpers van alle merken. In het geval van een flex van een beunmerk met een grote schijfdiameter wordt er bij Euros ook wel gesproken van een straaljager (niet te verwarren met het drankje). De meeste flexen werken op 230V-netspanning, maar er bestaan ook accu-flexen.
Werking
Een flex bestaat uit een sterke motor en een overbrenging die ervoor zorgen dat een platte schijf zeer snel gaat draaien (tot 12.000 rpm in sommige gevallen). De rotatie-as van de schijf staat haaks op de as van de motor, vandaar dat dit apparaat ook wel haakse slijper wordt genoemd. Er bestaan ook niet-haakse slijpers, een Dremel is hier een bekend voorbeeld van. De sterke motor in combinatie met een snel draaiende schijf zorgen ervoor dat met een flex erg makkelijk en snel staal kan worden weggeslepen.
Veiligheid
Wanneer je een flex verkeerd gebruikt kan het een behoorlijk gevaarlijke tool zijn. Er zijn daarom een paar voorschriften waaraan je je bij het werken met een flex altijd zult moeten houden als je ledematen je lief zijn. Ten eerste is een flex een luidruchtige tool, dus draag altijd gehoorbescherming. Ook zullen er bij het flexen altijd (hete) splinters wegvliegen. Deze wil je onder geen beding in je ogen hebben, dus draag ook altijd een veiligheidsbril (hioe klein je flexklusje ook is!). Verder kan er, zeker bij het gebruik van een lamellenschijf, veel stof ontstaan. Gebruik in zulke gevallen ook een stofmasker. Draag ook nooit los (lang) haar of wijde kleren tijdens het flexen.
Bij het flexen in bepaalde materialen, zoals staal ontstaat er een oranje vonkenregen. Deze bestaat uit roodgloeiende metaaldeeltjes. Op de flex zit een beschermkap die ervoor zorgt dat deze vonkenregen één kant op wordt gestuurd, zorg ervoor dat je niet in de vonkenregen gaat staan. Draag ook nooit synthetische kleding tijdens het flexen aangezien dit makkelijk in brand kan vliegen als er vonken op komen. Pas ook op met brandbare zaken in de buurt, vooral lappen met aceton of andere oplosmiddelen kunnen erg makkelijk in brand vliegen. De beschermkap kan verwijderd worden, maar doe dit alleen als het echt nodig is om op een moeilijk bereikbare plek te flexen en als je weet waar je mee bezig bent. Zet de beschermkap ook altijd weer terug als je klaar bent met je klusje.
Een flex wordt altijd geleverd met twee handvatten. De ene is de behuizing van het apparaat waar de motor in zit, de andere is er los aangeschroefd, dit tweede handvat zit er niet voor niets op. Ten eerste geeft het veel meer controle over het apparaat als je het op twee punten vasthoudt, ten tweede is het onmogelijk om in je eigen handen te flexen zolang je het apparaat op twee punten vasthoudt. Soms vindt een klusser het nodig om het tweede handvat van een flex af te halen om beter in kleine hoekjes te kunnen komen. Als deze klusser schappelijk is zal hij/zij het handvat er weer aanzetten als het klusje gedaan is, maar als dit niet gebeurt zul je eerst zelf het handvat moeten zoeken en monteren voordat je met de flex aan het werk kunt.
Schijven
Er zijn veel verschillende schijven te krijgen voor een Flex, allen hebben zo hun eigen toepassingen. In ieder geval is het belangrijk dat je een schijf gebruikt met een diameter die geschikt is voor de flex waarmee je werkt. De meeste 'normale' flexen gebruiken schijven met een diameter van 125mm, voor de straaljager is dit doorgaans 230mm. Ook andere schijfdiameters kunnen voorkomen. Zorg dat je bij het wisselen van de schijf altijd eerst de stekker (of accu) uit de Flex trekt, want als hij per ongeluk aanspringt als je bezig bent kunnen er makkelijk ongelukken gebeuren. De volgende typen schijven zijn (onder meer) te onderscheiden:
Doorslijpschijf
Dit zijn platte schijven die bedoeld zijn voor het doorslijpen van materiaal. Je kunt daardoor alleen de rand van de schijf gebruiken om door het materiaal heen te 'snijden'. Doorslijpschijven zijn te vinden in vele smaken, zoals schijven die geschikt zijn voor staal of steen. Voor het betere beunwerk zijn dikke schijven (3mm) aan te raden, voor precisie-flexwerk en het doorslijpen van dun plaatmateriaal is het aan te raden een dunnere schijf (1mm) te gebruiken. Vooral bij dunne schijven bestaat het risico dat deze tijdens het gebruik uit elkaar spatten. Haal, om ongelukken te voorkomen, nooit de veiligheidskap van de flex als je een doorslijpschijf gebruikt en zorg dat je je tijdens het flexen nooit in de 'vuurlinie' van de eigen schijf bevindt.
Afbraamschijf
Een afbraamschijf is (zoals de naam al doet vermoeden) bedoeld om mee af te bramen, d.w.z. de ruwe randjes van een werkstuk af te slijpen. Dit is vooral nuttig als je hebt gelast, maar ook als je iets hebt doorgeslepen kan het nuttig zijn om even de scherpe randjes eraf te slijpen. Probeer nooit iets door te slijpen met een afbraamschijf, want dat werkt gewoon niet.
Lamellenschijf
Een lamellenschijf bestaat uit een groot aantal 'flapjes' (lamellen) grof schuurpapier die dakpansgewijs op elkaar zijn gestapeld op de vlakke kant van de schijf. De toepassingen van een lamellenschijf zijn vergelijkbaar met die van een afbraamschijf, maar een afbraamschijf zal sneller verslijten en is minder geschikt om veel materiaal weg te slijpen. Voor het weghalen van roestplekken is een lamellenschijf erg geschikt omdat de schijf weinig moeite zal hebben om de roest weg te schuren terwijl het onaangetaste metaal grotendeels intact blijft. Ook voor het strippen van verf van een metalen oppervlak kun je een lamellenschijf gebruiken. Denk eraan om (naast gehoor- en oogbescherming) een stofmasker te dragen bij wegschuren van roest of verf met een lamellenschijf.