Wegbrengen
Wegbrengen is het gezamenlijk met je tegenstander varen naar een plek waar je tegenstander niet wilt zijn. Je doet dit bij teamzeilen als jouw teamgenoten achteraan liggen.
Bij een rak naar de bovenboei kan je boven iemand gaan liggen zodat hij (of zij) niet overstag kan naar de boei toe. Bij een rak naar de benedenboei kan je iemand wegbrengen door onder hem te liggen, mits je loefrechten hebt. Je loeft dan op en vaart met z'n tweeën ver van de benedenboei weg. In beide gevallen moet je er dus voor zorgen dat jij tussen je tegenstander en de boei ligt zodat deze niet in een rechte lijn naar de boei kan varen.
Wat te doen als je weggebracht wordt
Het belangrijkste wat je moet doen als je wordt weggebracht is iets. Een veel gemaakte fout is dat mensen ofwel gaan schreeuwen naar de tegenstander, ofwel doorvaren zonder iets te doen. Hier schiet je bijna nooit iets mee op.
Als je niet je juiste koers naar de boei kan varen omdat er een tegenstander in de weg vaart, dan doe je de volgende dingen:
- Vraag je af of je tegenstander daar mag varen. Is hij geloefd zonder loefrechten? Vaart hij in hetzelfde rak als jij? Indien je tegenstander onrechtmatig in de weg vaart, dan roep je luid en duidelijk Protest! al dan niet voorafgegaan door Juiste koers. Juiste koers. Vervolgens wacht je tot je tegenstander zijn juiste koers gaat varen en je vaart weer lekker naar de boei toe
- Kijk of je gewoon harder kan. Je tegenstander kan meestal niet goed zeilen en jij des te beter. Je kan dus soms gewoon voor hem gaan varen. Bij voor-de-windse rakken kan je zo vrij voor komen en verliest je tegenstander zijn loefrechten. Ga terug naar stap 1.
- Klap weg. Als je echt vast ligt, dan heeft het nagenoeg nooit zin om door te varen. In plaats daarvan kan je overstag (voor de winds rak) of gijpen (aan de winds rak). Je tegenstander zal dan, respectievelijk, gijpen of overstag gaan. Je verliest geheid op je tegenstander, maar je komt wel weer in een nieuwe situatie terecht die misschien minder ongunstig is. Vaak lig je na je manoeuvre achter je tegenstander en kan deze je niet direct weer wegbrengen. Zorg er altijd voor dat je boathandling beter is dan die van je tegenstander.
Je hebt nog enkele andere opties tot je beschikking als je wordt weggebracht.
- Ruimte voor de wal. Op een aan de winds rak kan je ruimte vragen om overstag te gaan bij de kant. Je tegenstander is nu verplicht om ofwel direct overstag te gaan, ofwel jou achter- of voorlangs overstag te laten. Nota bene, je tegenstander moet jou die ruimte direct geven, maar kan daarna ook direct protesteren als je onrechtmatig om ruimte hebt gevraagd. Doe dit dus niet midden op het meer.
- In de wind gaan liggen. Als je loefrechten hebt, dan mag je oploeven tot in de wind. Dit kan je vrije wind opleveren als je daarna weer afvalt, of je tegenstander kan de controle over zijn boot verliezen. Ook kan het zijn dat jij het niet erg vind om tijd te verliezen (misschien varen jouw teamgenoten wel vooraan) en zo hou jij je tegenstander net zo veel op als hij jou. Let wel, je mag oploeven tot in de wind. Je mag dus zeker niet je tegenstander door de wind forceren. Zorg er dus voor dat je je zeilen losgooit, zeker je fok. Als je zeilen vol vallen over de andere boeg, dan wordt je faliekant naar huis geprotesteerd. Ga ook nooit overstag als je tegenstander dit wel doet. Val af tot een aan de windse koers en ga dan pas (ook met extra snelheid) overstag om protesten te voorkomen.
- Snel oploeven om vrij voor te komen. Als je weggebracht wordt op ruime windse koersen dan hoef je slechts vrij voor te komen om je tegenstander zijn loefrechten te ontnemen. Als je kortstondig snel oploeft dan kan je soms je boot zo snel draaien dat je vrij voor komt te liggen. De lijn in het verlengde van je spiegel komt dan voor de punt van je tegenstander te liggen. Roep nu duidelijk Vrij voor! en val af tot je juiste koers. Let er wel op dat je je tegenstander tijd en ruimte geeft om af te vallen tot zijn juiste koers.