Veel gebruikte verven en lakken: verschil tussen versies

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Har (overleg | bijdragen)
Har (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 117: Regel 117:
Antislip kan op verschillende manieren verkregen worden:
Antislip kan op verschillende manieren verkregen worden:


Er zijn speciale antislip-poeders te koop die door de laatste laklaag gemengd moeten worden bij het aanmaken. Ook kan er (zilver) zand gestrooid worden in de laatste laag als deze aan het opdrogen is. Daarnaast is het mogelijk een mengsel te maken van epoxy en suiker dat in strepen op een oppervlak moet worden aangebracht. Dit laatste is bijvoorbeeld gedaan op de [[riool]]plank van [[Lichtekooi]].
Er zijn speciale antislip-poeders te koop die door de laatste laklaag gemengd moeten worden bij het aanmaken. Ook kan er (zilver) zand gestrooid worden in de laatste laag als deze aan het opdrogen is. Daarnaast is het mogelijk een mengsel te maken van [[Gebruik_van_Epoxy#Suiker|epoxy en suiker]] dat in strepen op een oppervlak moet worden aangebracht, zie ook [[Gebruik_van_Epoxy#Suiker|Gebruik van Epoxy]]. Dit laatste is bijvoorbeeld gedaan op de [[riool]]plank van [[Lichtekooi]].


Verder gebruiken we speciale antislipverf van Sikkens. De speciale antislipproducten zijn vaak wat gladder en slijten sneller dan de huismiddeltjes zoals zand en suiker-epoxy, maar ze zijn daarmee wel een stuk relaxter voor je zeilpak. Oppervlakken waar veel op gezeten wordt, kunnen dus beter met de zeilpak-vriendelijke producten behandeld worden.
Verder gebruiken we speciale antislipverf van Sikkens. De speciale antislipproducten zijn vaak wat gladder en slijten sneller dan de huismiddeltjes zoals zand en suiker-epoxy, maar ze zijn daarmee wel een stuk relaxter voor je zeilpak. Oppervlakken waar veel op gezeten wordt, kunnen dus beter met de zeilpak-vriendelijke producten behandeld worden.

Versie van 6 jan 2008 01:18

Euros maakt tijdens het klussen gebruik van verschillende soorten verven en lakken. De meest gebruikte verven en lakken worden beschreven in dit document. Deze verven en lakken worden vooral gebruikt voor de kleine bootjes tijdens het klussen in de loods. Het Schipperscollege gebruikt doorgaans andere verven en lakken voor de Ebenhaëzer.

Doel verven en lakken

Twee veelgebruikte verven en lakken

Het doel van bijna alle verven en lakken is hetzelfde: het beschermen van hout, polyester of welke ondergrond dan ook. Het verschil tussen de gebruikte verf of lak zit hem in de verschillende eigenschappen. Elk produkt is geschikter voor een specifiek doel.

Meest gebruikte verven en lakken

De meest gebruikte lakken zijn DD en Redox (beide op Polyurethaan-basis). Daarnaast wordt Pantsercoat (Epoxy-basis) en Antislipverf het meest gebruikt. Zowel DD, Redox als Pantsercoat zijn zogenaamde twee compontenten lak. Ze bestaan dus uit twee componenten: de lak zelf en een harder en kunnen dus niet over eencomponentverfen/lakken geschilderd worden (zie daarvoor de uitleg hieronder)

Hieronder staat een beknopt overzicht van de meest gebruikte verven en lakken:

Naam Basis Aantal componenten Fabrikant/Verkoper
Pantsercoat ? Twee component Polyservice
DD Polyurethaan-basis Twee component Polyservice
Redox Polyurethaan-basis Twee component Meestal Sikkens
Antislipverf Eén component Meestal Sikkens

DD en Redox

Meerdere potten DD

DD en Redox, beide op polyurethaanbasis, hebben een redelijk hoge kras- en slagbestendigheid, zijn UV-bestendig en geven, indien goed verwerkt, een zeer strak en glanzend eindresultaat (zie de romp van Jaffa). Ze worden net als de meeste polyurethaanlakken met name op plekken gebruikt waar een strak resultaat belangrijk is, zoals het dek, romp en interieur. De lak is echter vrij duur (DD is ongeveer €37 per kilo, prijspeil 2008), zeker in vergelijking met kwalitatief mindere ééncomponent-lakken. DD en Redox zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren (Redox in meer kleuren dan DD)

DD en Redox hebben een minder goede hechting op materialen, met name op hout. Dit uit zich als deuken er deuken in het hout ontstaan. Hierbij raakt de lak los van het hout en ontstaan er luchtbellen. Dit is vaak goed te zien aan de wrikriem en stootlijst van Jonkie.

Behandelen van beschadigingen van DD en Redox

Twee potten Redox-verf, kleur GO 386, gebruikt tijdens de bouw van V3

Luchtbellen in DD en Redox moeten voorzichtig worden weggeschuurd om te voorkomen dat de lak om de luchtbel ook loslaat van het hout, waarbij er grote kale plekken kunnen ontstaan. Hierbij is het vaak moeilijk om beschadigde plekjes netjes te repareren doordat er rondom de kale plek lakschilfers afspringen, met name op verticale oppervlakken zoals rompen.

Hoewel het goed mogelijk is om een strak eindresultaat te krijgen met lakken als DD en Redox, zijn ze erg gevoelig voor een nette verwerking. Dit is ook goed te zien. Het strakst gelakte onderdeel van de vereniging is de romp van Jaffa, en die is niet door ons gelakt, maar vermoedelijk door een professioneel bedrijf gespoten. Bij andere onderdelen (met name plankjes) is te zien wat er zoal mis kan gaan met het aanbrengen: druipers en slecht geschilderde plekken zijn daar helaas niet erg zeldzaam.


Gelcoat

Het aanbrengen van gelcoat in de dekmal van de Waterrat

Gelcoat is een alternatief voor DD en Redox. De meeste gelcoats zijn op basis van polyesterhars of polyurethaan.

Behandelen van gelcoat-beschadigingen

Gelcoat is zachter dan DD en Redox waardoor beschadigingen meestal glooiender zijn en daarom makkelijker weggewerkt kunnen worden. Daarnaast zijn de aangebrachte lagen gelcoat dikker en kunnen beschadigde plekken dus beter bijgeschuurd worden zonder dat de onderliggende laag blootgelegd wordt. Daarom is het wenselijk de gelcoatlagen op de boten (Teerling, Raaskal en lasers) zoveel mogelijk te behouden. (Die laatste zin snap ik niet)


Pantsercoat

Het volgende alternatief is Pantsercoat. Pantsercoat heeft een zeer hoge kras- en slag bestendigheid, een zeer sterke hechting aan de ondergrond en is bij gebruik van meerdere lagen dampdicht voor preventie van osmose onder de waterlijn. Het is goedkoper dan DD (ongeveer €30 per kilo, prijspeil 2008), maar slechts leverbaar in 3 kleuren: zwart, wit en grijs.

Gebruik van Pantsercoat

Pantsercoat is redelijk UV bestendig: grijze pantsercoat wordt al jaren zonder problemen gebruikt in de kuipen van de E22's, maar witte Pantsercoat kleurt na verloop van tijd geel onder invloed van UV straling. Verder is het eindresultaat aanmerkelijk minder mooi dan van DD. Het is dikker, waardoor het moeilijk strak te krijgen is, en het oppervlak blijft dof.

Deze combinatie van eigenschappen maakt Pantsercoat erg onderhoudsarm en dus geschikt voor plekken die veel slijtage ondervinden, waar vaak water staat en die niet erg in het zicht zitten of slecht bereikbaar zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bilges, bodems van vakken, kuipvloeren, kielen, roeren. Momenteel zitten bij onze boten veel van deze plekken nog in de DD.

Behandelen van Pantsercoat beschadigingen

Nog aanmaken

Waar zitten welke lakken en verven?

Op elke boot wordt gebruik gemaakt van verschillende lakken en verven. Op deze pagina is een overzicht met welke lak of verf op elke boot wordt gebruikt en in welke kleur.


Handleiding voor lakken en verven

Voorbereiding

Eigenlijk altijd geldt: Verwijder loszittende schilfers, schuur grof rondom die plekken, werk eventuele barsten en deuken bij met plamuur, schuur het gehele werkstuk licht op (P220-P400 oid), en ontvet het goed met aceton. Houdt er rekening mee dat het werkstuk straks dikker wordt als er verf/lak op zit. Plak eventuele randen af met afplaktape, en probeer een plek te vinden waar je het oppervlak dat je wilt lakken/verven horizontaal kan liggen. Hiermee voorkom je druipers. Zorg verder voor goede verlichting op de plek waar je gaat schilderen, zodat je goed kan zien waar je nog niet geweest bent. Op plekken waar kleur niet belangrijk is (onder de waterlijn bijvoorbeeld) kan je hiervoor bij verschillende lagen verschillende kleuren gebruiken.

Kwasten

Haal je kwast voor gebruik een paar maal langs een schuurpapiertje of een schone staalborstel om alle losse haren er zoveel mogelijk uit te halen. Afhankelijke van de kwaliteit van de kwast zal het waarschijnlijk nog steeds af en toe nodig zijn om een haar van je werkstuk te vissen. Dikke lagen schieten sneller op, maar vloeien ook minder uit en geven grotere kans op druipers, zodat het eindresultaat minder strak wordt. Voor een optimaal resultaat kan je het beste een beetje verdunner gebruiken en de verf/lak goed dun uitsmeren om druipers te voorkomen. Kwastaanzetten verdwijnen vanzelf als de lak uitvloeit na verloop van tijd. Geverfde delen na enkele minuten niet meer aanraken. De verf is dan al dikker geworden en je kwastafdruk zal niet meer uitvloeien en dus zichtbaar blijven. Zorg dus dat het meteen goed is, en controleer meteen aan alle randen voor druipers. Strijk bij de randen van je werkstuk altijd de kwast van binnen naar buiten over de randen. Doe je dit andersom, dan druk je een hoop verf uit je kwast en druipt het langs de rand naar beneden.

Roller

Grote oppervlakken kunnen ook met de roller gedaan worden. Lakrollers (schuim) leveren hierbij het beste resultaat, maar lossen helaas op in Pantsercoat (mogelijk ook in DD?). Voor pantsercoat zijn daarom tweecomponentrollers (harige) noodzakelijk. Dit levert een vrij ruw oppervlak op (zie de rompen van de Waterratten onder de waterlijn). Verdunnen helpt hierbij om de verf weer uit te vloeien en levert een minder ruw oppervlak op. Ook hier geldt weer: dun uitsmeren om druipers te voorkomen. Gebruik bij rollers een rollerbak.

De verwerking

De precieze verwerking hangt enigszins af van de huidige staat van het werkstuk. De verschillende mogelijkheden staan hieronder beschreven:

Onbehandeld hout of laminaat

Bij toepassingen onder de waterlijn of bij houtwerk boven de waterlijn dat vaak beschadigt zoals de wrikriem en de helmstok, kan het beste als eerste laag een laag Injecteer Epoxy worden aangebracht. Voor werkstukken die zich binnen bevinden is dit niet nodig. Hierna kan een eerste laag lak worden aangebracht, redelijk verdund met kwastverdunner zodat de lak goed in het hout trekt. (Kijk voor de hoeveelheid kwastverdunner bij de uitleg over het aanmaken.)

Na de eerste laag dienen houten werkstukken licht opgeschuurd te worden met P220 om de houtvezeltjes die omhoog zijn gaan staan te verwijderen. Let hierbij op dat er geen kale plekken in de eerste laag ontstaan. Ontvet (aceton) het werkstuk opnieuw en breng een tweede laag aan, ditmaal met slechts genoeg kwastverdunner om de lak goed uit te laten vloeien.

Hierna houten werkstukken weer licht opschuren om weer een glad werkstuk te krijgen en opnieuw ontvetten met aceton. Nu is het tijd voor de derde laag op dezelfde manier als de tweede laag.

Bekijk het resultaat: is de structuur/het relief van het hout nog te zien na de laatste laklaag? Dan is er nog een extra laag nodig. Dat is sowieso aan te raden voor werkstukken die buiten gebruikt gaan worden. Als er niet geschuurd hoeft te worden voor houtvezeltjes (bij laminaat, of houtwerk met een paar lagen lak), kan de volgende laag direct over de huidge laag aangebracht worden. Voorwaarde hiervoor is wel dat het snel genoeg na de vorige laag wordt aangebracht, zie hiervoor de gegevens van de lak/verf. Wacht je te lang of zegt de gebruiksaanwijzing anders, dan moet er weer geschuurd worden (P220 tot P400) en wederom ontvetten met aceton.

Reeds behandeld met ééncomponenten verf/lak

Als het werkstuk behandeld is met ééncomponent verf/lak, moet dit eerst in z'n geheel worden verwijderd. Tweecomponentenlak is namelijk aggressiever dan ééncomponent, waardoor er een kans is dat oude ééncomponent-lagen aangetast worden. Daarnaast zal aanbrengen van de tweecomponentenlak direct op het kale materiaal een betere hechting geven. Oude verflagen zijn vaak vrij makkelijk te verwijderen met een verfföhn en een verfkrabber. Ook bij Pantsercoat is het beter om dit direct op kaal hout/laminaat of over een epoxylaag aan te brengen. Dit geeft de beste hechting, zelfs als er al tweecomponent lak (DD/Redox) op het werkstuk zit, omdat pantsercoat beter hecht dan de lak. Dit is echter niet noodzakelijk, en kan eventueel achterwege gelaten worden als er nog een goede tweecomponenten laklaag op het werkstuk zit. Het eindresultaat is dan wel minder mooi.

Reeds behandeld hout met een tweecomponenten product

Ga bij werkstukken die al zijn behandeld met een tweecomponenten product, zoals Epoxy, DD, Redox of Pantsercoat, als volgt te werk: Als er kale plekken of beschadigingen in het werkstuk zitten, behandel deze dan eerst zoals hieronder. Lak het gehele werkstuk daarna af met één tot drie lagen lak/verf, afhankelijk van de staat van de vorige lagen en het gewenste eindresultaat. Als de lagen voldoende snel aangebracht worden (zie gegevens van de lak/verf) is schuren niet nodig, anders opnieuw opschuren met P220 - P400 en afnemen met Aceton.

Bijwerken van beschadigingen

Als er beschadigingen in de verflaag van het werkstuk zitten, maar de omliggende verf is nog in orde, dan hoeft niet het hele werkstuk te worden geschuurd, ontvet en behandeld maar kan er worden volstaan met het lokaal bijwerken van de beschadigingen. Dit geldt met name voor Jonkie waar de onderliggende en omliggende laklagen vaak nog in uitstekende staat zijn.

Controleer eerst waardoor de beschadigingen ontstaan en ontneem indien mogelijke de oorzaak. Controleer ook of het werkstuk wel goed past, vooral omdat het straks dikker wordt door de verflaag. Schaaf of schuur indien nodig een stukje van het werkstuk af. Voor de bescherming van het plankje is het niet nodig om het gehele werkstuk nog een keer te lakken nadat de beschadigingen bijgewerkt zijn. Als het echter belangrijk is dat het werkstuk erg mooi is afgewerkt, kan er na het bijwerken van de plekjes nog een laatste dunne laag over het gehele werkstuk worden aangebracht. Bedenk dan wel dat dit ook netjes gedaan moet worden om een mooi eindresultaat te verkrijgen: dus geen druipers, ongeverfde plekken of kwastharen!

Bedenk verder dat DD-lak vrij dun is en je daarom niet moet proberen om deuken en krassen op te gaan vullen met DD. Dit leidt slechts tot teveel aanbrengen en daardoor druipers. Opvullen moet gebeuren met plamuur, en bij toepassingen die erg nat worden het liefst plamuur op epoxybasis, zoals epoxy met glassbubbles en/of aerosil (dus geen Polysoft).

Beschadigingen onder de waterlijn

Als er een kale plek is ontstaan onder de waterlijn, of op werkstukken buiten die snel beschadigen, behandel deze dan voor het verven/lakken met Injecteer Epoxy. Zorg er dan wel voor dat het werkstuk voldoende is gedroogd! Hiervoor moet je voldoende van de beschadigde laag weghalen, totdat je ruimschoots op de goede laag zit. Daarna moet het werkstuk drogen, dus binnen in een warmere omgeving. Bedenkt dat de zichtbare laag het snelste droog lijkt, maar de onderliggende lagen nog nat zullen zijn.

Overige beschadigingen

Breng bij overige werkstukken een laag redelijk verdunde verf aan (kijk voor de hoeveelheid kwastverdunner bij de uitleg over het aanmaken). Schuur hout na de eerste laag op met P220. Breng hierna nog 1-3 lagen normaal verdunde lak aan, afhankelijk van de grootte van de plekjes en het gewenste eindresultaat. Als er niet geschuurd hoeft te worden voor houtvezeltjes (bij laminaat, of houtwerk met een paar lagen lak) kan de volgende laag direct over de huidige laag aangebracht worden. Voorwaarde hiervoor is wel dat het snel genoeg na de vorige laag wordt aangebracht, zie hiervoor de gegevens van de lak/verf. Anders moet er wederom geschuurd worden en ontvetten met aceton.

Aanmaken

Hieronder wordt per verf- en laksoort beschreven hoe ze moeten worden aangemaakt.

DD lak en Redox

Nog aanmaken

Pantsercoat

Nog aanmaken

Antislip

Antislip kan op verschillende manieren verkregen worden:

Er zijn speciale antislip-poeders te koop die door de laatste laklaag gemengd moeten worden bij het aanmaken. Ook kan er (zilver) zand gestrooid worden in de laatste laag als deze aan het opdrogen is. Daarnaast is het mogelijk een mengsel te maken van epoxy en suiker dat in strepen op een oppervlak moet worden aangebracht, zie ook Gebruik van Epoxy. Dit laatste is bijvoorbeeld gedaan op de rioolplank van Lichtekooi.

Verder gebruiken we speciale antislipverf van Sikkens. De speciale antislipproducten zijn vaak wat gladder en slijten sneller dan de huismiddeltjes zoals zand en suiker-epoxy, maar ze zijn daarmee wel een stuk relaxter voor je zeilpak. Oppervlakken waar veel op gezeten wordt, kunnen dus beter met de zeilpak-vriendelijke producten behandeld worden.

Het aanbrengen van antislipverf is zeer eenvoudig. Maak het blik open en breng de verf met een kwast aan op het gewenste oppervlak. Eén laag is voldoende op een oppervlak dat al in de antislipverf staat. Op oppervlakken zonder antislip zijn 2-3 lagen gewenst. Antislipverf is poreus, en biedt dus geen bescherming tegen vocht. Breng het daarom alleen aan op oppervlakken die al behandeld zijn, bijvoorbeeld met een van bovenstaande producten.

Gegevens van de verf/lak

De gegevens van de meest gebruikte soorten lak en verf staan in de tabellen hieronder.

DD lak

Gegevens DD lak
Mengverhouding (gewicht) 100:50
30 minuten
Verwerkingstijd 3-4 uur
Verwerkingstemperatuur 15-? C
Verbruik per laag 100-150mL/m2
Verdunning met DD kwast/roller-verdunner 0-5%
Verdunning met DD spuit-verdunner ?%

Redox

Gegevens Redox
Mengverhouding (gewicht)
Voorreageertijd
Verwerkingstijd
Verwerkingstemperatuur
Verbruik per laag
Verdunning met .?.

Pantsercoat

Gegevens Pantsercoat
Mengverhouding (gewicht) 100:20
Verwerkingstijd ca. 5 uur
Verwerkingstemperatuur 5-? C
Verbruik per laag 125 mL/m2
Verdunning met Poly-Pox kwast/roller-verdunner 0-5%
Verdunning met Poly-Pox spuit-verdunner 10-15%

Sikkens antislipverf

Gegevens Sikkens antislipverf
Mengverhouding (gewicht)
Voorreageertijd
Verwerkingstijd
Verwerkingstemperatuur
Verbruik per laag
Verdunning met .?.

Zie ook