Afschrijfschema: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
de waarde van bezittingen wordt op de balans bijgehouden, niet op het afschrijfschema |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Het magische schema waarmee we de [[afschrijvingen]] op onze vloot bepalen. | Het magische schema waarmee we de [[afschrijvingen]] op onze vloot bepalen. Met behulp van dit schema wordt berekend hoeveel onze boten dit jaar minder waard zijn geworden. Tevens worden hierin de leeftijd, [[historische waarde]] en in sommige gevallen de [[uitsplitsing]] van de waarde van onze [[bezittingen]] bijgehouden. | ||
De | Het afschrijfschema bevat een groot gedeelte van het financiële en operationele beleid van de vereniging. Het is immers een belangrijk hulpmiddel voor het beslissen over [[vervangingsinvesteringen]]. De [[ALV]] beslist alleen over wanneer sterk van het afschrijfschema wordt afgeweken. Een voorbeeld hiervan is het verlengen van de geschatte levensduur van Doordraijer, van 15 naar 23 jaar. Dit geeft meteen aan dat het Euros niet altijd lukt om hier realistische inschattingen van te maken, aangezien de economische levensduur in de praktijk op 12 jaar bleek te liggen. | ||
De hoogte van de [[OLV]] volgt uit het afschrijfschema. | |||
[[categorie:boekhouding]] |
Huidige versie van 15 jun 2007 om 15:57
Het magische schema waarmee we de afschrijvingen op onze vloot bepalen. Met behulp van dit schema wordt berekend hoeveel onze boten dit jaar minder waard zijn geworden. Tevens worden hierin de leeftijd, historische waarde en in sommige gevallen de uitsplitsing van de waarde van onze bezittingen bijgehouden.
Het afschrijfschema bevat een groot gedeelte van het financiële en operationele beleid van de vereniging. Het is immers een belangrijk hulpmiddel voor het beslissen over vervangingsinvesteringen. De ALV beslist alleen over wanneer sterk van het afschrijfschema wordt afgeweken. Een voorbeeld hiervan is het verlengen van de geschatte levensduur van Doordraijer, van 15 naar 23 jaar. Dit geeft meteen aan dat het Euros niet altijd lukt om hier realistische inschattingen van te maken, aangezien de economische levensduur in de praktijk op 12 jaar bleek te liggen.
De hoogte van de OLV volgt uit het afschrijfschema.