Begrippenlijst (motorboek): verschil tussen versies

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wgodlieb (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
;'''Ankerbal''':zwarte bal, halverwege het voorslag te hijsen, om aan te geven dat je voor anker ligt.
;'''Ankerbal''':zwarte bal, halverwege het voorslag te hijsen, om aan te geven dat je voor anker ligt.


;'''Bandje''':autoband aan een lijn, dat als stootkussen tussen wal en schip wordt gehangen.
;'''[[Bandje]]''':autoband aan een lijn, dat als stootkussen tussen wal en schip wordt gehangen.


;'''Beleggen''':het vastmaken van b.v. een tros op een bolder.
;'''Beleggen''':het vastmaken van b.v. een tros op een bolder.


;'''Boord''':de zijkanten van het schip.
;'''Boord''':de zijkanten van het schip.
;'''Dweilen''':dwarsbeweging van het schip.
;'''[[Dweilen]]''':dwarsbeweging van het schip.
;'''Ebbie''':bijboot van de Ebenhaëzer.
;'''[[Ebbie]]''':bijboot van de Ebenhaëzer.
;'''Halve wind''':met de wind dwarsop.
;'''[[Halve wind]]''':met de wind dwarsop.
;'''Hogerwal''':de wal waar de wind vandaan waait.  
;'''[[Hogerwal]]''':de wal waar de wind vandaan waait.  
;'''Kettingkoker''':gat in dek waar de ankerketting de bak in gaat.  
;'''Kettingkoker''':gat in dek waar de ankerketting de bak in gaat.  
;'''Kettingstopper''':borgarrn voor de ankerketting in de kettingkoker.
;'''Kettingstopper''':borgarm voor de ankerketting in de kettingkoker.
;'''Klap vooruit''':in de vooruit schakelen en voldoende gas geven.  
;'''Klap vooruit''':in de vooruit schakelen en voldoende gas geven.  
;'''Kleine boldertje''':middenbolder of wantbolder.  
;'''Kleine boldertje''':middenbolder of wantbolder.  
;'''Kluivernet''':net dat onder de kluiverboom hangt.
;'''[[Kluivernet]]''':net dat onder de kluiverboom hangt.
;'''Koersstabiel''':als het schip rechtdoor vaart als je het roer los laat.
;'''Koersstabiel''':als het schip rechtdoor vaart als je het roer los laat.
;'''Lagerwal''':de wal waar de wind naartoe waait.
;'''[[Lagerwal]]''':de wal waar de wind naartoe waait.
;'''Langswal''':de wal waar de wind evenwijdig aan waait.
;'''[[Langswal]]''':de wal waar de wind evenwijdig aan waait.
;'''Landvast''':een als wal-schip verbinding in gebruik zijnde tros.
;'''[[Landvast]]''':een als wal-schip verbinding in gebruik zijnde tros.
;'''Lier''':mechanisch vertraagd opwindapparaat om zware dingen te kunnen hijsen, b.v. zwaard-, anker- en mastlier.
;'''[[Lier]]''':mechanisch vertraagd opwindapparaat om zware dingen te kunnen hijsen, b.v. zwaard-, anker- en mastlier.
;'''Lij(zijde)''':de kant van het schip waar de wind naartoe waait.
;'''[[Lij]](zijde)''':de kant van het schip waar de wind naartoe waait.
;'''Loef(zijde)''':de kant van het schip waar de wind vandaan komt.
;'''[[Loef]](zijde)''':de kant van het schip waar de wind vandaan komt.
;'''Roef''':dekhuis achter op het schip (schippersverblijf).
;'''[[Roef]]''':dekhuis achter op het schip (schippersverblijf).
;'''Slag''':rondtorn van een tros of lijn.
;'''Slag''':rondtorn van een tros of lijn.
;'''Steek''':slag, waarbij het overschietende eind tros of lijn onder het halende eind eindigt.
;'''Steek''':slag, waarbij het overschietende eind tros of lijn onder het halende eind eindigt.
Regel 28: Regel 28:
;'''Tier''':spleet tussen twee strengen van een lijn of tros,meestal bestaat een lijn uit drie om elkaar heen gedraaide strengen.
;'''Tier''':spleet tussen twee strengen van een lijn of tros,meestal bestaat een lijn uit drie om elkaar heen gedraaide strengen.
;'''Tros''':eind touw dat voornamelijk dient om het schip vast te maken aan de wal, meestal voorzien van een lus aan één uiteinde.
;'''Tros''':eind touw dat voornamelijk dient om het schip vast te maken aan de wal, meestal voorzien van een lus aan één uiteinde.
;'''Val''':lijn om een zeil of een zwaard te hijsen.
;'''[[Val]]''':lijn om een zeil of een zwaard te hijsen.
;'''Voorspring''':naar achteren wijzende voorlandvast.
;'''Voorspring''':naar achteren wijzende voorlandvast.
;'''Want''':het samenstel van staaldraden dat de mast overeind houdt in het 'staand want' geval en daarnaast het samenstel van vallen in het 'lopend want' geval.
;'''[[Want]]''':het samenstel van staaldraden dat de mast overeind houdt in het 'staand want' geval en daarnaast het samenstel van vallen in het 'lopend want' geval.
;'''Wrijfhout''':stuk hout aan een lijn, dat tussen de wal en het schip wordt gehangen als stootkussen
;'''[[Wrijfhoutje|Wrijfhout]]''':stuk hout aan een lijn, dat tussen de wal en het schip wordt gehangen als stootkussen




{{motorboek}}
{{motorboek}}
[[categorie:Ebenhaëzer]]
[[categorie:Ebenhaëzer]]

Huidige versie van 1 okt 2009 om 20:59

Ankerbal
zwarte bal, halverwege het voorslag te hijsen, om aan te geven dat je voor anker ligt.
Bandje
autoband aan een lijn, dat als stootkussen tussen wal en schip wordt gehangen.
Beleggen
het vastmaken van b.v. een tros op een bolder.
Boord
de zijkanten van het schip.
Dweilen
dwarsbeweging van het schip.
Ebbie
bijboot van de Ebenhaëzer.
Halve wind
met de wind dwarsop.
Hogerwal
de wal waar de wind vandaan waait.
Kettingkoker
gat in dek waar de ankerketting de bak in gaat.
Kettingstopper
borgarm voor de ankerketting in de kettingkoker.
Klap vooruit
in de vooruit schakelen en voldoende gas geven.
Kleine boldertje
middenbolder of wantbolder.
Kluivernet
net dat onder de kluiverboom hangt.
Koersstabiel
als het schip rechtdoor vaart als je het roer los laat.
Lagerwal
de wal waar de wind naartoe waait.
Langswal
de wal waar de wind evenwijdig aan waait.
Landvast
een als wal-schip verbinding in gebruik zijnde tros.
Lier
mechanisch vertraagd opwindapparaat om zware dingen te kunnen hijsen, b.v. zwaard-, anker- en mastlier.
Lij(zijde)
de kant van het schip waar de wind naartoe waait.
Loef(zijde)
de kant van het schip waar de wind vandaan komt.
Roef
dekhuis achter op het schip (schippersverblijf).
Slag
rondtorn van een tros of lijn.
Steek
slag, waarbij het overschietende eind tros of lijn onder het halende eind eindigt.
Tamp
uiteinde, zonder lus, van een lijn of tros.
Tier
spleet tussen twee strengen van een lijn of tros,meestal bestaat een lijn uit drie om elkaar heen gedraaide strengen.
Tros
eind touw dat voornamelijk dient om het schip vast te maken aan de wal, meestal voorzien van een lus aan één uiteinde.
Val
lijn om een zeil of een zwaard te hijsen.
Voorspring
naar achteren wijzende voorlandvast.
Want
het samenstel van staaldraden dat de mast overeind houdt in het 'staand want' geval en daarnaast het samenstel van vallen in het 'lopend want' geval.
Wrijfhout
stuk hout aan een lijn, dat tussen de wal en het schip wordt gehangen als stootkussen



Motorboek

1 Inleiding 2 Benamingen 3 Taakverdeling 4 Trossengebruik 5 Fysische Aspecten 6 Manoeuvreren in het algemeen 7 Manoeuvreren 8 Zeemanschap 9 Begrippenlijst