Aanleggen en afvaren met de Ebenhaëzer
In het motorboek staat een schema bij welke wind er op welke manier moet worden aangelegd of afgevaren. Een sterk versimpelde maar vrijwel altijd functionerend schema staat in dit artikel.
In de figuren zie je de Ebenhaëzer. Ze wil graag aanleggen op en afvaren van de bruin gekleurde wal. Afhankelijk van de wind (zwarte peilen) is er een geschikte aanleg en afvaart methode vereist.
- Op een hogerwal legt de Ebenhaëzer aan op een voorspring
- Op een langswal met wind op de kont wordt er eerst een achterlijn gelegd
- Op een lagerwal kan op verschillende manieren worden aangelegd. De meest gebruikte is langsvaren met gestoken zwaard en dan opdraaien. Een alternatief is af laten zakken met kont in de wind.
- In de meeste gevallen wordt afgevaren op een voorspring.
- Als de wind vrijwel van voren komt kan een duwtje de neus door de wind krijgen.
- Als de wind vrijwel van achteren komt moet er uitgedraaid worden zodat de kont door de wind is.
- Op een lagerwal wordt een achterspring gebruikt om uit draaien, bij zwaarder weer is een voorspring de enige optie.