Kabbellatten
Inleiding
De kabbellatten zijn twee houten balken in de lengterichting op de zijkant van de EH die onder de zwaarden ter hoogte van de waterlijn te vinden zijn . Deze balken zorgen ervoor dat het zwaard heel blijft en onder een zekere hoek op het schip staat. Dit onder-een-hoek-staan heet ook wel het toespoor van het zwaard. Zodra deze 'latten' kapot zijn, maar eigenlijk net daarvoor, moeten ze vervangen worden. Dit is de reden van dit stukje informatie over de kabbellatten.
Afmetingen
Ten eerste het belangrijkste, de afmetingen:
SB: 8 x 4,7 x 423,5 cm
BB: 8 x 4,5 x 413,5 cm
Zoals je ziet verschillen de lengtes aan beide kanten vrij aanzienlijk zoals met zoveel dingen op de EH. Het volgende mailtje (opgesteld door Ewout) is eerder al over de lijst gegaan en gaat over het bestellen van het hout bij danwel Marinus of de Lange houthandel.
Ik zou beide latten door Marinus op 8 x 5 x 425 cm laten maken, dan kunnen ze op de werf precies op maat gemaakt worden. Als ze te dun zijn hebben we helemaal een probleem.
Waarschijnlijk moet je ze bij de lange veel dikker nemen omdat ze alleen standaard maten hebben. 8x5 cm is wel het minimum, hou er rekening mee dat de balken misschien nog glad geschaafd moeten worden en dat er daardoor nog een millimeter af gaat.
Houtsoort
De houtsoort is bij voorkeur Bankirai. Mocht dit niet beschikbaar zijn dan kan worden uitgeweken naar houtsoorten die er op liken Merbau of Afzelia. Het is dus zeer belangrijk dat het wel hardhout is, anders rotten de kabbellatten te snel weg. Het hout wordt onbehandeld (geen lak of impregneer) op het schip aangebracht.
Toespoor
Wederom een mailtje van Ewout dat de zaken m.b.t. het toespoor verduidelijkt. Het plaatje zat ook bij het oorspronkelijke mailbericht
Hoi Allemaal,
Nu ik de maten van de oude kabbellatten eens goed bekijk valt het mij op dat het toespoor nogal verschilt tussen beide zwaarden. Het toespoor is de hoek die het zwaard maakt ten opzichte van de lengte richting van het schip. (Zie ook het bijgevoegde plaatje). Het toespoor wordt bepaald door de vorm van de kabbellatten. Doordat de zwaarden iets scheef staan ontstaat er een verloeverende werking en kunnen we hoger aan de wind varen. Als de hoek te groot is remt het te veel en neemt de werking af.
Als ik het toespoor uitreken en er daarbij van uit ga dat het zwaard recht is kom ik op een hoek van 2,5 graden aan stuurboord en een hoek van 4,1 graden aan bakboord. Volgens J.W. Kooiman in "varen met platbodems" moet het toespoor tussen de 1 en de 4 graden liggen.
Zo'n groot verschil tussen bakboord en stuurboord lijkt mij niet correct. Is er iemand die hier meer van weet. Zitten er nog oude tekeningen in de tuigmap of het secretaris archief? Hier is namelijk vast over nagedacht toen de zwaarden ontworpen werden.