Massatraagheidsmoment
Het massatraagheidsmoment (engels: moment of inertia) is een soort massa, maar dan voor rotatie. Het is de verhouding van het moment gedeeld door de afgeleide van de draaisnelheid. Het bepaalt dus hoe veel energie er in de rotatie van het object (zoals een boot) zit. Hoe groter het massatraagheidsmoment, hoe meer energie er nodig is voor een dezelfde rotatiesnelheid. Je wilt bij een boot het massatraagheidsmoment zo klein mogelijk houden omdat de boot dan minder door de golven wordt weggezet en minder zal gaan stampen.
In een driedimensionale ruimte zijn er drie rotaties die een object kan ondergaan. Het massatraagheidsmoment heeft dus drie componenten, één per rotatie-as. Het massatraagheidsmoment is evenredig met de massa, en kwadratisch in de afstand van die massa tot de as.
Een groot massatraagheidsmoment om de breedte-as (stampen) merk je aan een grote weerstand door golven. Bij vrijwel alle boten neemt de weerstand toe naarmate de golfhoogte toeneemt. De weerstand neemt sneller toe met toenemende golfhoogte, bij een groter massatraagheidsmoment om de breedte-as. Deze component van het massatraagheidsmoment wil je dus minimaliseren. Dit kan je bereiken door alle zware onderdelen, zoals accu's, watertanks en motoren zo dicht mogelijk bij het massamiddelpunt te plaatsen.
Een groot massatraagheidsmoment om de lengte-as heeft tot gevolg dat de boot minder snel platgegooid zal worden. Dit is dus gunstig. Je kan deze component van het massatraagheidsmoment vergroten door veel gewicht ver boven en onder de boot te brengen. Een zware mast is hier dus gunstig voor, hoewel het slecht is voor de gewichtsstabiliteit. Een diepe kiel met een zware bulb helpt ook. Soms wordt deze component van het massatraagheidsmoment wel de dynamische stabiliteit genoemd, hoewel die term slecht uitdrukt wat het is.
Een groot massatraagheidsmoment om de vertikale as heeft tot gevolg dat er veel energie in koersverandering zit, en je de traagheid veel sterker merkt bij het sturen. Roeruitslag is dan niet evenredig aan omwentelingssnelheid, maar aan de afgeleide daarvan naar de tijd. Dit is meteen het grootste verschil tussen sturen op de Ebenhaëzer en varen op een scherp jacht. Op een jacht loeft de boot niet meer op zodra je je roer in de neutrale stand hebt. Bij de Ebenhaëzer moet je de rotatiesnelheid verminderen door roeruitslag de andere kant op te geven totdat de boot niet meer draait, en daarna de roeruitslag aan te passen aan een eventueel oploevend moment dat nog op de boot werkt. Deze component van het massatraagheidsmoment beïnvloed hoe makkelijk het manoeuvreren is, maar heeft geen directe invloed op de zeewaardigheid of de snelheid van de boot. Daarom wordt er in de regel geen moeite gedaan om deze te beïnvloeden. Doordat je voor het massatraagheidsmoment om de breedte-as toch al alles rond de kiel wilde hebben, is deze component meestal klein.