Debiteren
Een mutatie bestaat uit een herkomst van middelen en een besteding. Het noteren van de herkomst is het crediteren van de mutatie. Het noteren van de besteding is het debiteren van de mutatie.
Voorbeeld
Stel, je koopt een nieuw zeil voor 500 euro. Dit wordt geadministreerd als twee mutaties op de balans. Crediteuren neemt toe. Dit is een herkomst van middelen, want als je geld leent, dan verkrijg je daarmee liquide middelen. Materiële activa neemt ook toe. Dit is een besteding van middelen, want om je materiële bezittingen te vergroten, moet je geld uitgeven. Er wordt dus 500 euro gecrediteerd aan debiteuren, en 500 euro gedebiteerd aan materiële activa. Beide grootboekrekeningen nemen dus met 500 euro toe.