Astronavigatie
{nietaf} Astronavigatie is het bepalen van de positie met behulp van hemellichamen. In dit artikel zal de basis van astronavigatie worden uitgelegd en zal een eenvoudig methode worden beschreven, die je in de praktijk kunt proberen. Je hebt daarvoor een sextant, goed lopende klok, tabellen, goed zicht en een horizon nodig.
Navigeren kan alleen op goed zichtbare hemellichamen. Eigenlijk worden alleen de zon, maan, 4 planeten (venus, mars, jupiter, saturnus) en 57 sterren gebruikt. In tabellen staat precies op welke plaats elk hemelichaam zich bevindt. De positie is wordt niet in lengtegraden en breedtegraden vermeld, maar in declinatie en GHA.
declinatie is de breedtegraad van het punt waarboven het hemelichaam precies staat. Zo is op 20 maart 2008 om kwart voor 5 'ochtends de declinatie van de zon precies 0 graden. De lente begint en de zon staat recht boven de evenaar. En op bijvoorbeeld 7 oktober is de declinatie van de zon 5°30.5"Z (5 graden en 30.5 minuten zuid). De zon staat dus recht boven een punt op ongeveer vijf en een halve graad zuiderbreedte. De declinatie van de poolster (polaris) is eigenlijk altijd ongeveer 90° Noord.
GHA is de hoek die een hemellichaam maakt met de meridiaan van Greenwich. Deze hoek is een soort lengtegraad maar loopt van 0° tot 360° altijd in westelijke richting. Om bijvoorbeeld ongeveer 12:00 UTC staat de zon precies boven de meridiaan van Greenwich. Dan is de GHA 0°, daarna loopt het op. Een uurtje later staat het op 15°, en middernacht op 180°.
Van de hemellichamen is de declinatie en de GHA op te zoeken in tabellen of uitterekenen.
Sight reduction methode
Net als bij een gewonen kruispeiling op bijvoorbeeld twee kerktorens moeten er altijd twee astropeilingen gedaan worden. Elk levert een lijn op de kaart en je positie is het snijpunt op de kaart.