Vaarbewijs
Een schipper van een schip, dat sneller kan varen dan 20 km per uur, of dat langer is dan 15 meter, moet in het bezit zijn van een geldig vaarbewijs.
Het Klein Vaarbewijs 1 (VB1) is voorgeschreven voor het varen op rivieren, kanalen, meren en tevens de Gouwzee. De volgende onderwerpen komen aan bod bij VB1: wettelijke bepalingen, voortstuwingswerktuigen, veiligheidsmaatregelen, inrichting van waterwegen, varen, manouvreren en elementaire weerkunde.
Het Klein Vaarbewijs 2 (VB2) is als aanvulling voorgeschreven indien je op alle binnenwateren wilt varen, dus inclusief IJsselmeer, Makermeer, IJmeer, Waddenzee, Dollard, Eems, Oosterschelde en Westerschelde. De volgende onderwerpen komen aan bod bij VB2: Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (BVA), het Scheepvaartregelement Westerschelde (SRW) en Eemsmonding (SRE) en navigatie.