Schipperscollege

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Ebenhaëzer is een 25-meter lange klipperaak die sinds 1967 in het bezit is van Euros. De Ebenhaëzer wordt bij veel evenementen van de vereniging gebruikt als homeschip; de andere bootjes maken dan overdag een eigen tocht, maar komen 's avonds weer bij de Ebenhaëzer terug om te eten, te borrelen en eventueel te slapen.

Daarnaast worden zeiltochten gemaakt met groepen leden en donateurs op het IJsselmeer en de Waddenzee. Dit gaat natuurlijk niet allemaal vanzelf. Varen met de Ebenhaëzer is iets lastiger dan met een klein bootje, en het schip moet 's winters onderhouden worden. De groep mensen binnen de vereniging die zich daarmee bezig houdt, is het Schipperscollege. Het Schipperscollege bestaat uit ongeveer 25 leden.

Tijdens alle evenementen vormen de Schipperscollegeleden de bemanning van de Ebenhaëzer. Een daarvan is de schipper. Omdat vrijwel niemand aan het begin van zijn/haar studie met zo'n groot schip heeft gevaren, leidt de schipper de twee andere bemanningsleden op.

Iedereen begint daarom bij het schipperscollege als (Dek)maat. Je leert in deze fase de boot kennen, de werking van de lieren begrijpen en de basis manoeuvres uitvoeren. Als de andere schippers je er rijp voor vinden, meestal na een periode van 2 à 3 jaar, wordt je motorschipper. Je mag dan zelfstandig zonder groepen op stap en nog niet op het IJsselmeer of de Waddenzee komen. Na motorschipper wordt je, na een groot aantal vaardagen, zeilschipper. Je wordt dan ook geacht goed te kunnen navigeren en de boot net als alle andere zeilschippers onder alle omstandigheden te beheersen. Schippers worden daarom geacht goed in te kunnen schatten wat ze wel en niet kunnen vanwege de enorme verantwoordelijkheden die ze moeten dragen.

Door de studieduurverkorting is de opleiding tot zeilschipper voor velen een intensieve bezigheid. Daarom is het juist van groot belang dat aspirant schipperscollegeleden in hun eerste studiejaren lid worden van D.Z. Euros. Gelukkig zijn de meeste schipperscollegeleden zo trots op wat ze zo naast hun studie bereiken, dat ze zo lang mogelijk lid blijven van het college. Het betekent namelijk een hoop avontuur en een hele gezellige ervaring naast de studie.

Het schip moet natuurlijk ook onderhouden worden. De Ebenhaëzer ligt 's winters aan het Twentekanaal. In een aantal klusgroepen wordt daar dan ondermeer het schip afgetuigd, de motor onderhouden, de rondhouten gelakt en van alles gelast. Dit gebeurt in klusgroepen om de kennis die de oudere leden hebben over te dragen aan de jongere leden.

Varen met de Ebenhaëzer is ontzettend gaaf. Je zeilt iedere keer met andere groepen, en het geeft een enorme kick om het schip door een smalle brug te sturen met 50 cm ruimte aan weerszijde. In de winter wordt er op de Ebenhaëzer hard geklust. Ook het klussen is vaak gezellig. Het Schipperscollege kost wel vrij veel tijd, maar het is verspreid over het hele jaar en je kunt het vaak zelf indelen. Omdat het een aantal jaar duurt voordat je voldoende ervaring hebt om als schipper te varen, zou je er in het begin van je studie mee moeten beginnen.