Bouten en schroeven
Voor bouten en schroeven bestaan geen officiele definities. Vaak noemen we dingen met een metrische draad bouten en dingen met een zelftappende draad schroeven. Ook wordt wel naar de kop gekeken en noemen we een zeskantige kop een bout en een platte of kruiskop een schroef. In dit artikel gaan we niet echt in op deze definities, maar wordt uitgelegd wat de verschillende draden en koppen zijn die gebruikt worden.
Draden
Metrische draad is de draad die aan geduid wordt met M# waarbij # staat voor de diameter. Hierbij moet zowel de bout als hetgene waarin deze gedraaid wordt van een draad voorzien zijn. Deze draden zijn te maken door middel van Tappen en snijden. Standaard is dit rechtse draad: rechtsom is vast, linksom is los.
Bij zelftappende draad hoeft er geen draad te zitten in hetgene waarin de schroef gedraaid wordt. Deze tapt namelijk zelf zijn draad (vandaar de naam). Wordt ook wel houtdraad genoemd bij houtdraadbouten. In hout hoef je ook vaak niet voor te boren bij kleine diameters. Voor grote diameters en om splijten te voorkomen is het wel aan te raden. Het indraaien van de schroef wordt er ook makkelijker van.
Bij loodgieterswerk wordt regelmatig nog Imperische draad gebruikt. Dit wordt gasdraad genoemd en aangeduid met G# waarbij # een inchmaat is. Inchmaten doen niet aan decimalen maar aan fracties (van machten van 2 om precies te zijn dus 1/2, 3/4, 5/32, etc). Let op, er worden zowel conische als rechte draden gebruikt. Bij conische draden loopt de draad taps toe waardoor deze met teflontape of pijphennep/fitterskit vloestof/gasdicht kan afsluiten. Als de draad niet conisch is werkt dit echter niet goed! Gasfittingen willen nog wel eens een linkse draad hebben. Dit betekent dat vast- en losdraaien precies andersom werkt als normaal.
Koppen
- Uitwendig zeskant. Standaard boutkop.
- Inwendig zeskant. Ook wel inbus genoemd.
- Kruiskop. Onder te verdelen in Phillipshead (PH) en Pozidriv (PZ). De juiste schroevedraaier gebruiken bij de juiste kruiskop vermindert de kans op slippen. Pozidriv is te herkennen aan het extra kruisje en wordt meestal gebruikt voor zelftappende schroeven. Phillipshead wordt meestal gebruikt voor metrische draad.
- Torx. Stervormig. Ooit verzonnen zodat mensen apparaten niet makkelijk op en konden schroeven. Bitjes zijn tegenwoordig echter makkelijk verkrijgbaar, dus zijn er weer nieuwe dingen uitgevonden zoals torx met een extra puntje.
Borgen
Om metrische draad te beschermen tegen lostrillen zijn er verschillende oplossingen:
- Klemringen. Werken alleen als de bout/moer strak aangedraaid zit.
- Loctite. Soort lijm die wel weer los te krijgen is indien nodig.
- Zelfborgende moeren (nyloc). Moeren met een ingebouwd nylon ringetje. Officieel mag je ze slechts 1 keer gebruiken omdat het nylon ringetje slijt.
- Splitpen. Splitpennen mogen ook slechts eenmalig gebruikt worden.