Opkruisen

Uit EurosWiki
Versie door Har (overleg | bijdragen) op 31 jul 2007 om 17:34
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Opkruisen is het door middel van herhaalde overstagen in de richting van de wind zeilen. Opkruisen wordt ook wel laveren genoemd.

Algemeen

Tijdens het opkruisen vaar je zo hoog mogelijk aan de wind over een boeg (stuurboord of bakboord dus). Dit is een van de slagen van het opkruisen. Zodra je niet meer verder hoog aan de wind kunt of wilt zeilen, ga je overstag en vaar je een nieuwe slag hoog aan de wind over de andere boeg.

Overstag gaan

Er zijn verschillende redenen te noemen waarom je niet meer verder kunt of wilt zeilen over een bepaald boeg en dus overstag gaat. Meestal kom je te dicht bij de kant, is er een probleem met de ondiepte van het water of ligt er een andere boot vreselijk in de weg. Een andere belangrijke reden om overstag te gaan is omdat je je doel niet (teveel) wilt overzeilen.

Tijdens het wedstrijdzeilen zijn er een aantal taktische redenen te noemen om eerder overstag te gaan dan feitelijk nodig is. Dit is bijvoorbeeld omdat je wordt afgedekt door een hogerliggende tegenstander of vanwege een winddraaiing.

Opkruisen in nauw vaarwater

Met nauw vaarwater wordt hier bedoeld dat je een van de twee slagen maar kort kunt maken omdat je anders de kant zult rammen, buiten de vaargeul komt of vastloopt op een ondiepte.

Het makkelijkste voorbeeld van opkruisen in nauw vaarwater is het opkruisen in een kanaal. Als de wind precies in de lengterichting van het kanaal staat, zijn beide slagen (ongeveer) even lang en zul je dus twee korte slagen moeten maken. Hoe smaller het kanaal, hoe pittiger het opkruisen wordt. In Friesland zijn een aantal beruchte smalle stukken waar de wind regelmatig recht van voren komt.

Waait de wind niet recht maar schuin in het kanaal, dan is er sprake van een korte en een lange slag. Tijdens de lange slag is het zaak om zoveel mogelijk hoogte te winnen. Dit is dus de slag waarin je het meeste naar de wind toe zeilt. De korte slag is vaak te kort om fatsoenlijk hoogte te winnen. Het is in deze korte slag dan ook zaak om zoveel mogelijk snelheid te creëren zodat je weer overstag kunt gaan vóórdat je de overkant van het kanaal bereikt. In sommige gevallen (erg smalle kanalen) betekent dit dat je halve wind moet gaan varen om voldoende snelheid te maken.

Tijdens het opkruisen in nauw vaarwater kan je soms handig gebruik maken van een trekwal.