Anker
Een anker is een object waarmee je probeert je boot vast te leggen aan de bodem. Vroeger (voor de romeinse tijd) was dit gewoon een zwaar object. Dit wordt ook wel aangeduid met de term "dead weight". In dit geval is de houdkracht ongeveer gelijk aan het gewicht minus het drijfvermogen van het object. De waren voor zover bekend de eersten die de vorm veranderden om meer houdkracht te krijgen. Totdat de nederlanders zich er mee gingen bemoeien, is er niet veel verbeterd, en moest een boot dus een enorm gewicht meeslepen om in enige wind nog te kunnen blijven liggen. Ter vergelijk: bij windkracht 8 is de kracht van de wind op een E22 ongeveer 3000 N, zodat je een dead weight anker van 300 kg nodig zou hebben.
De nederlanders hebben toen het stokanker bedacht. Waarschijnlijk weten maar weinig engelsen waarom ze de stok van een anker "Stock" noemen, hoewel het met voorraad weinig te maken heeft. Het stokanker heeft een veel grotere houdkracht. Hoe groot, dat hangt onder andere af van de bodemsoort en de precieze uitvoering.
Toen vliegboten in gebruik werden genomen, was behoefte aan lichtere ankers. Toen zijn de lichtgewicht ankers ontworpen: Danforth en CQR. De werking van een CQR is misschien niet zoals je in eerste instantie zou verwachten. Het anker hoort op zijn zij neer te komen, om daarna over de bodem te worden getrokken. De punt komt dan in de grond en komt steeds dieper, totdat het anker weer "rechtop" in de grond zit.
In de jaren 1970-1980, toen de oliewinning op de Noordzee begon, was behoefte aan een anker om onder alle omstandigheden boorplatforms op hun plek te houden. Honderden tonnen staal afzinken is vrij duur, dus heeft men nieuwe ankers ontworpen die meer zekerheid bieden. Dit betekent niet per definitie meer maximale houdkracht, maar in eerste plaats ingraven en ingegraven blijven. Het bekende anker dat hieruit is voortgekomen is gepatenteerd door de heer Bruce, en draagt ook deze naam. Dit anker heeft een vrij klein frontaal oppervlak, en daardoor relatief weinig houdkracht, maar graaft wel vrijwel altijd in, en blijft ingegraven. Onafhankelijke informatie over ankers is moeilijk te krijgen, doordat de tijdschriften die de test uitvoeren zelden onafhankelijk zijn, maar het lijkt erop dat de Bruce het eerste echt betrouwbare anker is.
Recent zijn nieuwe ankers ontworpen die goed lijken te presteren. Overduidelijk slecht presterende ankers worden continu ontworpen, maar zijn wat minder interessant. De goed presterende ankers zijn Spade, Rocna, en Bugel (geen merk, maar een type). In de meeste tests komt eruit dat deze ankers helemaal geweldig zijn, zodat enige voorzichtigheid geboden is. Ik (Roger) heb een Spade gekocht (15 kg, 400 euro, voor een boot van 8 meter) en de eerste indruk is goed.
In een aantal recente ankertests kwam het volgende gedrag van ankers naar voren: Brittany: Graaft in eerste instantie in, maar komt daana los. Hij graaft met één vloei een beetje in, en trekt dan in de lengterichting door de grond met de andere vloei boven de grond. De houdkracht is daarbij vrij klein.
Fortress: doet helemaal niets (is ook mijn ervaring --Roger 16 jan 2007 23:13 (CET), van de twee keer dat ik dit anker heb gebruikt, hield het precies nul keer)
CQR: Graaft in, keert in de grond om, komt naar boven, breekt uit en graaft weer in, waarna de cyclus zich herhaalt. De maximale houdkracht is vlak voor het uitbreken.
Bruce: Graaft in, en blijft in de grond, mits minstens 7 keer de diepte aan ankerlijn is gestoken.
Danforth: Graaft in met één vloei, en ploegt op die vloei, de stok en de schacht door de grond, waarmee een redelijke houdtkracht wordt verkregen, in vergelijking tot het Brittany anker.
Spade, Rocna, en Bugel: net als Bruce, maar met betere houdtkracht. Let op, dit zijn nieuwe ankers, en degene die de tests heeft gedaan zou partijdig kunnen zijn. De fabrikanten van Rocna (een nieuw-zeelander) en Spade (Alain Poirot) zijn zeer actief op forums, en met name Alain Poirot is daarbij zeer aggressief. Ik vermoed dat ze in de overige aspecten van marketing even actief zijn.
De statische houdkracht van een anker is ongeveer gelijk aan de zanddruk geïntegreerd over het frontaal oppervlak. Bij de bruce is er vrijwel geen frontaal oppervlak. Dit anker houdt op afschuiving. Aangezien de interne wrijvingshoek in zand ongeveer 30 graden is, is de houdkracht dan ongeveer de helft van de zanddruk geïntegreerd over het gehele oppervlak. De zanddruk is ongeveer gelijk aan <math>\rho g d</math> waar d de diepte onder de bodem is, g de zwaartekrachtversnelling, en <math>\rho</math> de effectieve dichtheid van het zand (dichtheid minus drijfvermogen). Aangezien kwarts (waar zand uit bestaat) veel zwaarder is dan water, kan je ook gewoon de dichtheid van zand nemen.
Wanneer de statische houdkracht wordt overtroffen, wordt het een dynamisch probleem, en daarmee een stuk lastiger. De houdkracht zal bij een stabiel anker (Rocna, Bruce, Spade en Bugel) toenemen.
De hoek waaronder aan een anker wordt getrokken, dient ten hoogste 1 op 7 te zijn (7 keer de diepte aan lijn), zodat het anker niet uitbreekt. Ook bij minder lijn kunnen ankers vaak nog houden wanneer de krachten niet te groot worden, alleen is dat een minder zekere onderneming.