Dragende frame
Op een boot zijn vijf punten waar een grote krachten worden uitgeoefend. Deze punten moeten stevig met elkaar verbonden zijn. De rest van de boot hoeft in principe alleen maar waterdicht te zijn en de kleine krachten die het beslag en dergelijke nog uitoefend te kunnen hebben. Deze punten zijn:
- de mastvoet
- de kielophanging
- de wantputtings van de zijstagen. 2 stuks, uitgaande van een fractioneel getuigde mast.
- de voorpunt, waar de voorstag aangrijpt
De kielophanging moet ook grote momenten kunnen weerstaan. Dit is vaak het lastigste. Meestal wordt het moment opgevangen door de romp en geaccepteerd dat de kielophanging niet stijf is. Aangezien je bij vastlopen met de kiel ergens tegenaan komt, is het prettig als hier enige flexibiliteit in zit. De romp moet natuurlijk wel tegen deze vervorming kunnen.
De verbinding tussen de voorpunt en de mastvoet wordt meestal gerealiseerd met de nokbalk of via het voordek.
De verbinding tussen de mastvoet en de kielophanging wordt gerealiseerd met een anticonceptiepaal, een doorgestoken mast, een versterkt hoofdschot of een zwaar verstevigd dek in compinatie met de verbinding tussen de wantputtings en de kielophanging. Bij Lichtekooi en Jonkie is het hoofdschot onder de mastvoet verstevigd met stalen hoekprofielen.
De vebinding tussen de kielophanging en de voorpunt wordt gerealiseerd met de kielbalk, die bij polyester jachten ontstaat door de glasmatten van stuurboord en bakboord te laten overlappen. zodat de rompdikte verdubbeld wordt.
De verbinding tussen de wantputtings van de zijstagen en de kielophanging wordt gerealiseerd door de wantputtings door te laten lopen en aan de kiel vast te maken. Vaak is het materiaal van de wantputtings aan de onderzijde anders dan bij de stagen. Bij waterratten is dit bijvoorbeeld bovenaan RVS, en onderaan polyester. Bij E22's is het bovenaan RVS en onderaan Suprahecht.
De verbinding tussen de wantputtings van de zijstagen en de mastvoet wordt meestal gerealiseerd via het dek en het hoofdschot.