Opofferingsmetaal: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 13: | Regel 13: | ||
In de praktijk zal een ijzeren schip vaak een opofferingsmetaal hebben van een legering met zink en/of aluminum. | In de praktijk zal een ijzeren schip vaak een opofferingsmetaal hebben van een legering met zink en/of aluminum. | ||
[[categorie:natuurkunde]][[categorie:Ebenhaëzer]] |
Versie van 6 okt 2007 22:35
Alle metalen behalve edelmetalen roesten. Zeker op zout water gaat het oxidatie proces snel. Om dit te voorkomen worden er aan stalen schepen stukjes opofferingsmetaal geplaatst. Het metaal moet geleidend aan het schip bevestigd worden en moet minder edel zijn dan materiaal van het schip. Het opofferingsmetaal gaat nu roesten in plaats van het schip. Het opofferingsmetaal wordt eens per twee jaar vervangen.
Hier onder staat een lijstje van enkele metalen op volgorde van edel naar onedel met hun elektrodepotentiaal.
- Goud
- Au3+(aq) + 3e- → Au(s) (elektrodepotentiaal = +1,50 volt)
- Zilver;
- Ag+(aq) + e- → Ag(s) (elektrodepotentiaal = +0,80 volt)
- IJzer
- Fe2+(aq) + 2e- → Fe(s) (elektrodepotentiaal = -0,44 volt)
- Zink
- Zn2+(aq) + 2e- → Zn(s) (elektrodepotentiaal = -0,76 volt)
- Aluminium
- Al3+(aq) + 3e- → Al(s) (elektrodepotentiaal = -1,67 volt)
- Magnesium
- Mg2+(aq) + 2e- → Al(s) (elektrodepotentiaal = -2,34 volt)
In de praktijk zal een ijzeren schip vaak een opofferingsmetaal hebben van een legering met zink en/of aluminum.