Getij: verschil tussen versies

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tesprunken (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Rjmjeurissen (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14: Regel 14:
*'''LLWS''' is een '''reductie vlak''', gebaseerd op het '''L'''aagste '''L'''aag '''W'''ater bij '''S'''pring.
*'''LLWS''' is een '''reductie vlak''', gebaseerd op het '''L'''aagste '''L'''aag '''W'''ater bij '''S'''pring.
*'''Vallend water''' is een synoniem voor '''eb'''
*'''Vallend water''' is een synoniem voor '''eb'''
*'''Kentering''' is het moment iets na hoogwater en laagwater waarop de stroming lokaal nul is. Hoe verder landinwaarts, hoe kleiner het tijdsverschil tussen hoog- of laagwater en de kentering.


===Zie ook===
===Zie ook===

Versie van 20 jan 2007 00:21

Het getij is de een golf veroorzaakt door de maan en de zon met een periode van ongeveer een halve dag.

Enkele termen
Typisch getijdeverloop

Termen die met het getij te maken hebben:

  • Hoogwater is het tijdstip waarop het waterpeil maximaal is.
  • Laagwater is het tijdstip waarop het waterpeil minimaal is.
  • Eb is een periode van ongeveer 6 uur, wanneer de waterstand daalt. Ook wordt hiermee de getijdestroom in deze periode aangeduid.
  • Vloed is een periode van ongeveer 6 uur, wanneer de waterstand stijgt. Ook wordt hiermee de getijdestroom in deze periode aangeduid.
  • Rijzing is de hoeveelheid water boven het reductievlak op een bepaald moment
  • Verval is het verschil tussen laagwater en hoogwater.
  • Springtij is het moment waarop de zon en maan elkaar versterken. Het hoogwater is dan extra hoog en het laagwater is dan exta laag.
  • Doodtij is het moment waarop de zon en maan elkaar tegenwerken. Het hoogwater is dan niet zo hoog en het laagwater is niet zo laag.
  • Reductievlak is het niveau waar de diepte als 0 is gedefineerd.
  • LLWS is een reductie vlak, gebaseerd op het Laagste Laag Water bij Spring.
  • Vallend water is een synoniem voor eb
  • Kentering is het moment iets na hoogwater en laagwater waarop de stroming lokaal nul is. Hoe verder landinwaarts, hoe kleiner het tijdsverschil tussen hoog- of laagwater en de kentering.

Zie ook